Add parallel Print Page Options

God zal Israëls vijanden vernietigen

12 Dit is het lot van Israël, zoals is aangekondigd door de Here, die de hemel heeft uitgespannen en de fundamenten van de aarde heeft gelegd en de geest van de mens in hem heeft gelegd: ‘Ik zal Jeruzalem en Juda als een beker wijn laten zijn waarvan de volken rondom beneveld zullen raken. Zij zullen Jeruzalem belegeren en ook de overige steden van Juda. Jeruzalem zal een zware steen zijn die als een last op de wereld ligt. Al zullen alle volken ter wereld zich verenigen in een poging haar te verwijderen, toch zullen zij allemaal door haar worden verpletterd. Op die dag,’ zegt de Here, ‘zal Ik hun paarden in verwarring brengen en hun ruiters krankzinnig maken. Want Ik zal waken over Juda, maar al haar vijanden blind maken. Dan zullen de leiders van Juda bij zichzelf zeggen: “De bevolking van Jeruzalem heeft kracht ontvangen van de Here van de hemelse legers, hun God.” Die dag zal Ik de leiders van Juda laten zijn als een klein vuurtje dat een bosbrand veroorzaakt, als een fakkel bij een hooiberg. Alle aangrenzende naties links en rechts zullen zij verteren, terwijl Jeruzalem niet van haar plaats zal wijken. De Here zal eerst de rest van Juda de overwinning schenken en Jeruzalem pas daarna. Want Hij wil voorkomen dat de bevolking van Jeruzalem en Davids vorstenhuis zichzelf op de voorgrond zullen plaatsen. Die dag zal Ik Jeruzalems inwoners beschermen. De zwaksten onder hen zullen zo sterk als koning David zijn! En Davids vorstenhuis zal zijn als God, als de engel van de Here die voor hen uit gaat.

Want Ik ben van plan alle volken die tegen Jeruzalem oprukken, te vernietigen. 10 Dan zal Ik de Geest van genade en van gebeden uitstorten over Davids vorstenhuis en de bevolking van Jeruzalem. En zij zullen kijken naar Hem die zij hebben doorstoken, en over Hem rouwen als over een enig kind. Zij zullen bitter bedroefd zijn en over Hem rouwen als over hun oudste zoon. 11 Jeruzalem zal nog zwaarder in de rouw zijn dan na de dood van de gelovige koning Josia, die sneuvelde in het dal van Megiddo. 12-14 Heel Israël zal in diepe rouw gedompeld zijn. Het hele volk zal gebukt gaan onder verdriet. Koning, profeet, priester en de gewone man zullen hetzelfde lijden delen. Elk gezin zal zijn verdriet alleen verwerken, mannen en vrouwen apart.’

Jeruzalem zal worden aangevallen, maar wordt door de Heer gered

12 Dit is wat Zacharia van de Heer moest zeggen over Israël.

"Dit zegt de Heer die de hemel als een tent over de aarde heeft gezet, die de aarde heeft gemaakt en die de geest in het binnenste van de mens heeft gemaakt. Let op, Ik maak Jeruzalem tot een wijnbeker[a] voor de volken rondom. En niet alleen Jeruzalem, maar ook Juda. Dat zal zijn wanneer Jeruzalem wordt aangevallen. Alle volken zullen hun legers verzamelen bij Jeruzalem. Ze zullen proberen om de stad te veroveren. Maar ze zullen zelf vernietigd worden. Jeruzalem zal voor hen zijn als een steen die te zwaar is om op te tillen: wie hem toch optilt, breekt zijn rug. In die tijd zal Ik de paarden van de vijand in paniek brengen. Ik zal hun ruiters gek van angst maken. De legers van de volken zal Ik blind maken. Maar Juda zal Ik beschermen: mijn ogen zullen erop gericht zijn.

Dan zullen de leiders van Juda bij zichzelf zeggen: 'Dankzij de Heer van de hemelse legers zijn de bewoners van Jeruzalem zo machtig.' In die tijd zal Ik de leiders van Juda maken als een vuurtje onder droog hout, als een brandende fakkel onder een bos graan. Alle buurlanden, links en rechts, zullen verbranden. Maar de bewoners van Jeruzalem zullen veilig zijn in hun eigen stad. Maar Ik zal eerst de steden van Juda redden, en dan pas Jeruzalem, zodat de koning uit de familie van David en de bewoners van Jeruzalem niet trots worden tegenover Juda.

In die tijd zal Ik de bewoners van Jeruzalem beschermen. Mensen die zwak zijn, zal Ik zo sterk maken als David. De mensen die afstammen van David zullen zo machtig zijn als engelen, ja, zo machtig als de Engel van de Heer die hen leidt.

In die tijd zal Ik elk volk dat Jeruzalem aanvalt, vernietigen. 10 Over de afstammelingen van David en over de bewoners van Jeruzalem zal Ik mijn Geest uitstorten. Dat is de Geest van mijn goedheid en van gebed. De mensen zullen Mij zien die zij doorstoken hebben. Ze zullen diep bedroefd zijn. Ze zullen over zijn dood treuren als over de dood van hun enige zoon. 11 In die tijd zal iedereen in Jeruzalem diep bedroefd zijn. Net zo bedroefd als vroeger over koning Josafat die werd gedood in Hadad-Rimmon in het Megiddo-dal.[b] 12 Het hele land zal treuren. Alle families zullen diep bedroefd zijn: de families die afstammen van David, de families die afstammen van de profeet Natan, 13 de families die afstammen van Levi, de families die afstammen van Simeï 14 en alle andere families.[c] Mannen en vrouwen zullen treuren." (lees verder)

Footnotes

  1. Zacharia 12:2 Met de 'wijnbeker' wordt de 'wijn' van Gods straf bedoeld. Bedoeld wordt hier dat het slecht zal aflopen met de landen die Jeruzalem zullen aanvallen.
  2. Zacharia 12:11 Lees 2 Kronieken 35:22-25.
  3. Zacharia 12:14 Waarschijnlijk wordt met deze opsomming bedoeld: werkelijk álle mensen. Namelijk iedereen van het koninklijk huis (David), alle profeten (Natan), alle priesters en Levieten (Levi), alle gewone mensen (Simeï).

Jerusalem’s Enemies to Be Destroyed

12 A prophecy:(A) The word of the Lord concerning Israel.

The Lord, who stretches out the heavens,(B) who lays the foundation of the earth,(C) and who forms the human spirit within a person,(D) declares: “I am going to make Jerusalem a cup(E) that sends all the surrounding peoples reeling.(F) Judah(G) will be besieged as well as Jerusalem. On that day, when all the nations(H) of the earth are gathered against her, I will make Jerusalem an immovable rock(I) for all the nations. All who try to move it will injure(J) themselves. On that day I will strike every horse with panic and its rider with madness,” declares the Lord. “I will keep a watchful eye over Judah, but I will blind all the horses of the nations.(K) Then the clans of Judah will say in their hearts, ‘The people of Jerusalem are strong,(L) because the Lord Almighty is their God.’

“On that day I will make the clans of Judah like a firepot(M) in a woodpile, like a flaming torch among sheaves. They will consume(N) all the surrounding peoples right and left, but Jerusalem will remain intact(O) in her place.

“The Lord will save the dwellings of Judah first, so that the honor of the house of David and of Jerusalem’s inhabitants may not be greater than that of Judah.(P) On that day the Lord will shield(Q) those who live in Jerusalem, so that the feeblest(R) among them will be like David, and the house of David will be like God,(S) like the angel of the Lord going before(T) them. On that day I will set out to destroy all the nations(U) that attack Jerusalem.(V)

Mourning for the One They Pierced

10 “And I will pour out on the house of David and the inhabitants of Jerusalem a spirit[a](W) of grace and supplication.(X) They will look on[b] me, the one they have pierced,(Y) and they will mourn for him as one mourns for an only child,(Z) and grieve bitterly for him as one grieves for a firstborn son.(AA) 11 On that day the weeping(AB) in Jerusalem will be as great as the weeping of Hadad Rimmon in the plain of Megiddo.(AC) 12 The land will mourn,(AD) each clan by itself, with their wives by themselves: the clan of the house of David and their wives, the clan of the house of Nathan and their wives, 13 the clan of the house of Levi and their wives, the clan of Shimei and their wives, 14 and all the rest of the clans and their wives.(AE)

Footnotes

  1. Zechariah 12:10 Or the Spirit
  2. Zechariah 12:10 Or to