Add parallel Print Page Options

63 Een psalm van David, die hij schreef in de woestijn van Juda.

God, mijn God, ik zoek U overal,
mijn hart dorst naar U.
Ook mijn lichaam verlangt naar U
in dit dorre, droge land, waar geen water is.
Ik heb U in uw heiligdom gezien,
ik zag uw kracht en majesteit.
Uw goedheid en trouw overtreffen het leven zelf.
Ik zal met mijn mond uw naam grootmaken.
Mijn leven lang wil ik U prijzen,
mijn handen naar U opheffen wanneer ik bid.
Er is niets anders waarnaar ik verlang,
er komen prachtige lofliederen over mijn lippen,
ook ʼs nachts als ik wakker lig en over U nadenk.
Want U bent mij altijd te hulp gekomen.
Ik jubel het uit vanuit de beschermde plaats
waar U mij in leven houdt.
Alles in mij richt zich op U.
Ik kan niet zonder U,
uw hand houdt mij vast.
10 Maar de mensen die op mijn ondergang uit zijn,
zullen in de diepte van de aarde worden neergelaten.
11 Zij zullen omkomen door het zwaard
en ten prooi vallen aan de wilde dieren.
12 Maar de koning verheugt zich in God,
ieder die bij Hem zweert,
zal reden tot vreugde hebben
en zich op Hem kunnen beroemen,
want Hij brengt de leugenaar tot zwijgen.

Psalm 63

Een lied van David, toen hij in de woestijn van Juda was.

God, mijn God, wat verlang ik naar U!
Met hart en ziel verlang ik naar U,
zoals een dor en droog land verlangt naar water.
Ik heb U in uw heiligdom gezien.
Daar heb ik gezien hoe sterk en machtig U bent.
Uw liefde is mij meer waard dan het leven.
Ik zal U prijzen.
Mijn leven lang wil ik U prijzen.
Ik zal mijn handen naar U opsteken.
Bij U voel ik mij net zo tevreden als na een heerlijke maaltijd.
Ik zing blij over U.
Als ik 's nachts wakker lig en aan U denk,
prijs ik U.
Want U heeft mij geholpen.
Veilig onder uw vleugels zing ik vrolijk voor U.

Ik wil altijd dicht bij U zijn,
want ik kan niet zonder U.
U houdt mij altijd vast.
10 Maar mijn vijanden die mij willen doden,
zullen zelf worden gedood.
11 Ze zullen worden gedood door het zwaard
en opgegeten worden door de jakhalzen.
12 Maar de koning zal blij zijn met God.
Iedereen die bij God zweert, zal blij zijn over Hem.
Want Hij snoert leugenaars de mond.

Psalm 63[a]

A psalm of David. When he was in the Desert of Judah.

You, God, are my God,
    earnestly I seek you;
I thirst for you,(A)
    my whole being longs for you,
in a dry and parched land
    where there is no water.(B)

I have seen you in the sanctuary(C)
    and beheld your power and your glory.(D)
Because your love is better than life,(E)
    my lips will glorify you.
I will praise you as long as I live,(F)
    and in your name I will lift up my hands.(G)
I will be fully satisfied as with the richest of foods;(H)
    with singing lips my mouth will praise you.

On my bed I remember you;
    I think of you through the watches of the night.(I)
Because you are my help,(J)
    I sing in the shadow of your wings.(K)
I cling to you;(L)
    your right hand upholds me.(M)

Those who want to kill me will be destroyed;(N)
    they will go down to the depths of the earth.(O)
10 They will be given over to the sword(P)
    and become food for jackals.(Q)

11 But the king will rejoice in God;
    all who swear by God will glory in him,(R)
    while the mouths of liars will be silenced.(S)

Footnotes

  1. Psalm 63:1 In Hebrew texts 63:1-11 is numbered 63:2-12.