Add parallel Print Page Options

De meel-offers

14 De Heer zei tegen Mozes: "Dit zijn mijn wetten voor de meel-offers. De priester moet het offer naar Mij brengen, naar het altaar. 15 Hij moet een handvol van het meel nemen, met de olijf-olie die erbij hoort en met alle wierook die er op ligt. Dat moet hij op het altaar verbranden. Het betekent dat het hele offer aan Mij is gegeven, ook al wordt er maar een deel van verbrand. Als hij het zó doet, ben Ik blij met het offer. 16 De rest van het meel is voor Aäron en zijn zonen. Ze moeten er zonder gist koeken van bakken en die op een heilige plaats opeten: binnen de omheining van de tent van ontmoeting. 17 Er mag geen gist in het deeg gedaan worden. Dit deel van mijn vuur-offers geef Ik aan hen. Het is heel erg heilig, net als het vergevings-offer en het schuld-offer. 18 Alle mannen uit de familie van Aäron en uit zijn familie ná hem mogen ervan eten. Dit is een eeuwige wet voor hun families en voor al hun families ná hen. Iedereen die ervan eet, moet een dienaar van de Heer zijn."

19 De Heer zei tegen Mozes: 20 "Vanaf de dag dat Aäron tot hogepriester gezalfd wordt, moet hij elke dag de volgende offers aan Mij brengen: elke dag 1/10 efa (2,2 liter) fijn meel.[a] De ene helft daarvan moet hij 's morgens offeren en de andere helft 's avonds. 21 Hij moet het meel met olijf-olie mengen en er in een pan een brood van bakken. Dat brood moet hij in stukken breken en aan Mij offeren. Als hij het zó doet, ben Ik blij met het offer. 22 Elke priester die ná hem tot hogepriester gezalfd zal worden, moet dat zo doen. Het is een eeuwige wet. Het hele meel-offer moet voor Mij verbrand worden. 23 Elk meel-offer van een hogepriester moet helemaal verbrand worden. Er mag niets van worden opgegeten."

Read full chapter

Footnotes

  1. Leviticus 6:20 Het gaat hier om de meel-offers die bij de dagelijkse brand-offers gebracht moeten worden. Lees Exodus 29:36-42.