Add parallel Print Page Options

Het antwoord van Job

26 Job antwoordde Bildad:

‘Wat zijn jullie toch waardevolle helpers! Wat ben ik blij dat jullie mij in mijn ellende een hart onder de riem hebt gestoken!
Wat een wijsheden hebben jullie mij toevertrouwd. Jullie wijze woorden hebben een wereld van inzicht voor mij geopend!
Hoe komen jullie op zulke briljante antwoorden?
5,6 De doden staan naakt en bevend voor God, evenals de zeeën en alles wat daarin leeft. Het dodenrijk ligt open en bloot voor Hem, in de onderwereld is niets voor Hem verborgen.
God spreidt de noordelijke hemel uit over een leegte en hangt de aarde op aan het niets.
Hij verpakt de regen in zijn dikke wolken, zonder dat het wolkendek daardoor scheurt.
Hij onttrekt met de wolken zijn troon aan het gezicht.
10 Hij trekt een cirkel over het wateroppervlak, als een grens tussen licht en donker.
11 Als Hij gaat dreigen, wankelen de pijlers van de hemel, geschrokken door zijn toorn.
12 En door zijn macht wordt de zee rustig en trefzeker verplettert hij het zeemonster Rahab.
13 Door zijn adem werd de hemel helder: zijn hand doorboorde de snel voortglijdende slang.
14 Dit is nog maar de buitenste franje van zijn werken, waarvan we alleen maar een zwak gefluister horen. Wie zou dus kunnen standhouden onder het geweld van zijn donder?’

Job antwoordt Bildad

26 Maar Job antwoordde:

Wat heb jij me weer goed geholpen!
Wat heb je me veel steun gegeven!
Wat heb ik veel aan jouw goede raad gehad!
Wat heb jij me wijze dingen verteld!
Daar zat ik echt op te wachten.
Hoe kom je aan al die wijsheid?
Van wie heb je die geleerd?

De doden in het dodenrijk onder de aarde beven voor God.
Het hele dodenrijk ligt open en bloot voor zijn ogen.
De dood kan niets voor Hem verbergen.
God zet de hemelkoepel neer in de leegte.
Hij heeft de aarde opgehangen aan het niets.
Hij verzamelt het water in wolken,
zonder dat die openscheuren.
Hij verbergt zijn troon met wolken,
zodat die niet te zien is.
10 Hij heeft een kring getrokken waar de hemel aan de aarde grenst.
Hij trok een grens waar het licht de duisternis raakt.
11 Als God boos wordt,
schudt de hemel op zijn fundamenten,
geschrokken over de woede van God.
12 Zijn kracht maakt de zee ruig of juist kalm.
Zijn kracht verplettert het trotse zeemonster.
13 Zijn Geest heeft de sterren aan de hemel geplaatst.
Zijn handen hebben de kronkelende zeeslang gemaakt.

14 Dit zijn maar een paar voorbeelden van alles wat Hij doet.
Wat wij weten, is maar een klein stukje van zijn macht.
Het is als een zacht gefluister van alles wat Hij kan.
Wie zou dan de donder van zijn volle kracht kunnen verdragen? (lees verder)

Job

26 Then Job replied:

“How you have helped the powerless!(A)
    How you have saved the arm that is feeble!(B)
What advice you have offered to one without wisdom!
    And what great insight(C) you have displayed!
Who has helped you utter these words?
    And whose spirit spoke from your mouth?(D)

“The dead are in deep anguish,(E)
    those beneath the waters and all that live in them.
The realm of the dead(F) is naked before God;
    Destruction[a](G) lies uncovered.(H)
He spreads out the northern skies(I) over empty space;
    he suspends the earth over nothing.(J)
He wraps up the waters(K) in his clouds,(L)
    yet the clouds do not burst under their weight.
He covers the face of the full moon,
    spreading his clouds(M) over it.
10 He marks out the horizon on the face of the waters(N)
    for a boundary between light and darkness.(O)
11 The pillars of the heavens quake,(P)
    aghast at his rebuke.
12 By his power he churned up the sea;(Q)
    by his wisdom(R) he cut Rahab(S) to pieces.
13 By his breath the skies(T) became fair;
    his hand pierced the gliding serpent.(U)
14 And these are but the outer fringe of his works;
    how faint the whisper(V) we hear of him!(W)
    Who then can understand the thunder of his power?”(X)

Footnotes

  1. Job 26:6 Hebrew Abaddon